Azize strompelde over het zand van de woestijn. Ze liep hier nu misschien al 2 uur door de woestijn. Een korte zucht vloog uit haar mond. Waar moest ze nu heen?
Het enige wat ze zag was één grote bruine vlakte met alleen maar heuveltjes.
Met haar rechter hand streek ze even over haar gezicht heen, ze gaf het op. haar knieën zakten naar beneden en maakten een grote stofwolk door de harde plof. Een traan stroomde over haar wang.
Waarom was ze überhaupt hier heen gelopen, ze had in de verte al lichten gezien maar ze dacht dat ze hier misschien ook langs kon, en nu weet ze niet eens meer waar ze is!
Azize plukte een paar haren uit haar gezicht die voor haar ogen rond zwierden.
Gefrustreerd keek ze voor zich uit over de vlakte. Zou ze hier nou dood gaan? Helemaal alleen? Zo had ze zich haar dood niet voorgesteld, ze had pas dood moeten gaan als ze 80 was!
Azize liet haar handen op het zand zakken en duwde haar achterwerk omhoog en uiteindelijk stond ze op.
Ze veegde haar zandige handen af aan haar broek en klapte even in haar handen, daarna pakte ze haar mobiel uit haar kleine tasje die ze altijd bij zich had. Azize keek naar haar contacten en probeerde haar zus te bellen, maar ze had geen bereik.
Weer plofte het meisje neer op het zand en begon te huilen. Ach wat maakt het ook uit, niemand die me blijkbaar mist.
Ze was ongevraagd uit huis vertrokken vannacht omdat haar zus te beschermend was. Niemand wil een te beschermende zus die je alles maar verbied, Ze mocht niet met jongens omgaan, niet met vriendinnen uit en als ze een keertje te laat thuiskwam mocht ze direct een week niet meer uit huis.
Nu had ze daar geen zin meer in. Vijf weken geleden is ze 16 geworden en kon ze alles zelf wel aan. Niemand hoeft haar meer iets te vertellen nu.
Azize greep haar tasje en hield er een paar tekeningen en lege vellen uit met een paar potloden en pennen. Ze begon het landschap te tekenen van de woestijn, dan moest ze maar iets doen om de tijd te verdrijven en wachten tot er een auto langskwam.